Monthly Archives

maart 2015

Gezien & Gelezen

Mark Rothko. Dat zou ik hem nog willen vragen.

12 maart 2015
Rothkowitz
uit Daugavpils
sneed in New York
zijn polsen door

 

Het schizofrene Daugavpils

In de zomer van 2010 maakte ik een reis door de Baltische Staten. Een nacht en een dagdeel bracht ik door in Daugavpils, de geboortestad van Mark Rothko (1903-1970).

Tegenwoordig ligt Daugavpils in Letland, vlak bij de grens van zowel Litouwen als Wit-Rusland. In de tijd van Rothko heette de stad Dynaburg en was het onderdeel van het Russische Rijk.

Daugavpils maakte op mij een schizofrene indruk. Het is een Letse stad, maar er wonen vooral Russen. Slechts 16% van de bevolking is Let. De officiële taal is Lets, maar in de straten hoor je Russisch.

Vanuit mijn hotel zag ik in de verte de oude stad met haar tientallen historische kerktorens. Pal onder mijn raam lag een schreeuwerig winkelcentrum naar Amerikaans model.



Lopend door de straten van Daugavpils overviel mij een gevoel van ontheemd zijn. Ik vroeg mij af hoe de inwoners zich hier thuis konden voelen.

De Joodse Mark Rothko woonde er tot zijn 10de jaar. Toen hij Daugavpils verliet was het een welvarende Russische industriestad. Vlak voor zijn vertrek was de stad opgefleurd door een aantal nieuwe kleurrijke huizen in art-nouveau stijl.

Emigreren naar een nieuwe wereld

In 1913, midden in de Eerste Wereldoorlog, emigreert de familie Rothkowitz naar De Nieuwe Wereld. Hoe ontheemd heeft Mark zich toen gevoeld?

Het duurde een tijdje voor hij zijn bestemming vond als kunstenaar, als schilder.

Sommige schilders zoeken niet perse een ‘podium’. Ze houden geen rekening met de (eventuele) beschouwer van hun werk.

Zo niet Rothko. Hij wil dat de beschouwer van zijn werk dezelfde religieuze ervaring heeft als hijzelf tijdens het schilderen. Misschien schilderde hij met een ideale beschouwer in zijn gedachten? Zoals sommige schrijvers schrijven voor een imaginaire lezer.

Mijn zoektocht

In beschouwingen over het werk van Rothko zijn woorden als sublimatie en mystieke (religieuze) ervaringen niet van de lucht. Dat word je geacht te voelen. Dan heb je het werk van Rothko begrepen. Dan hoor je bij de club.

Ik sta voor Rothko’s schilderijen en ga op zoek. Wat doen die schilderijen met mij? Het voelt heel fysiek. Alsof ik een wandeling maak door mijn lijf en hersenpan. Op zoek naar ervaringen. Ik ben alert. Gaat mijn hart sneller kloppen? Vormt zich spontaan een lach op mijn gezicht? Moet ik mij inhouden om een vreugdedansje te maken (inhouden, want dat doe je niet in een drukke museumzaal)? Wellen er tranen op? Krijg ik kramp in mijn buik?

De zoektocht begint met nauwkeurige beschouwing en het registreren van de deels rationele en deels emotionele reflectie daarop.

Mark Rothko. Untitled 1968.

Untitled 1968

Ik focus op de rafelranden tussen de kleurvlakken en ik geniet daar enorm van. Waarom? Geen idee. Ik vind het gewoon heel mooi.

Zevenentwintig zwarten

In de latere werken zie ik wel vijftig tinten grijs en zwart. Ik raak gefascineerd door de zwarte randen om de zwarte vlakken. Altijd als ik naar zwart kijk, denk ik aan een van de brieven van Vincent van Gogh aan zijn broer Theo. In oktober 1885 weidt Vincent uit over kleurgebruik in schilderijen. Ook de kleur zwart komt daarin aan de orde. Daarover schrijft hij:

“Frans Hals heeft wel zeven en twintig zwarten”.

En ja, toen ik daarna de portretten van Frans Hals in het Mauritshuis bekeek met Vincents uitspraak in mijn achterhoofd, toen zag ik het ook: minstens zevenentwintig zwarten.

Sindsdien kijk ik anders naar zwart.

Geweldig hoe je door een inkijk in het kijken van een ander zelf anders gaat kijken.

Mark Rothko. Detail Nr. 5, 1958. Gemeentemuseum Den Haag, 2014.

Detail van Nr. 5, 1958

Vooral in die zwarten zie je hoe Rothko de verf laag over laag op het doek heeft aangebracht. Hoe hier en daar de ene laag door de andere heen schijnt.

Mark Rothko. Nr. 10, 1949. Gemeentemuseum Den Haag, 2014.

Detail Nr. 10, 1949.

Vrolijk werd ik van de zalen uit de zogenaamde overgangsjaren. Geel, rood, oranje, blauw, groen; de kleuren spatten van het doek ‚in my face’ en in het hersengedeelte waar de emotie blijdschap zich bevindt.

Rationeel vond ik het in deze zalen interessant om Rothko’s weg van figuratief naar abstract te volgen.

Bij Mondriaan kan ik ook nooit genoeg krijgen van dat proces. Als Haagse met het Gemeentemuseum om de hoek kan ik dat zonder veel inspanning steeds weer ervaren. Gratis, met dank aan de Museumjaarkaart.

Maar ja, dan moet toch dat gevoel van sublimatie komen. Die (bijna) religieuze en/of mystieke ervaring. Die heb ik dan niet. Tenminste niet bewust.

Wel ervaar ik dat ik in het doek getrokken word. Dat ondanks de drukte op de tentoonstelling (ik ging natuurlijk toch pas het laatste weekeinde), ik alles en iedereen om me heen vergeet en me 100% op het schilderij kan concentreren.

De grootte van de doeken draagt daaraan bij. Rothko stemde het formaat af op het formaat van de gemiddelde mens. Het formaat van zijn toeschouwers. Ook gaf hij richtlijnen voor het ophangen: dat moest laag bij de grond. Letterlijk laagdrempelig.

En het werkt. De schilderijen lijken tegen mij te zeggen:

“kom…, kom maar binnen”.

Is dat wat ze bedoelen met een mystieke ervaring? Dat je je voelt opgenomen in het doek? dat je even alles om je heen vergeet?

“Untitled 1970”

Mark Rothko. Untitled 1970.

En ja, dan sta ik ineens voor dat laatste schilderij: “Untitled 1970”. Gemaakt vlak voor zijn zelfmoord op 25 februari 1970.

Heftig. Twee felrode rechthoeken. Dwars op het doek. De een iets groter dan de ander. Gescheiden door een rafelige lijn. Net iets boven het midden van het doek. Rondom in lichter rood een rand. Een kader om het doek Een kader om de rechthoeken.

Het is vooral die rode kleur die een enorme impact heeft. Omdat ik weet dat hij zelfmoord pleegde. Dat hij zijn polsen doorsneed en gevonden werd in een plas van bloed.

Dat zou ik hem nog willen vragen

Wanneer zette hij de laatste streek? Wanneer was dit laatste doek af? Dat waren vragen die bij me opkwamen toen ik voor “Untitled 1970” stond te peinzen.

Het was een vraag die sowieso door mijn hoofd speelde. Wanneer wist Rothko: Ja, nu is het af. Zo is het precies goed. Elke nieuwe penseelstreek is er een te veel.

Dat zou ik hem nog willen vragen.

Gedicht ‘Rothko Rood. Rothko Dood’

Rothko Rood. Rothko Dood.

in 1958 schilderde je nr. 5
het is mijn geboortejaar

door de rode tunnel zag ik het witte licht
kwam ik paars naar buiten

in het glas van jouw wit en rood en paars
gespiegeld

tussen medemensen
kijk ik
56 jaar na dato
naar jouw kwetsbaarheid

voor het einde
schilder je rood

voor de dood
schilder je rood

tomatenrood

bloedrood

centrale rafelranden
jouw persoonlijke verdwijnlijn

dat zwart uit ’64
dat kon ik nog verdragen

ingekaderde duisternis
zwart met zwart omrand

het hield het einde
op een afstand

Gezien & Gelezen Mindstyle & Lifestyle

'Inspiration' van de Bijenkorf. Ook voor 50plus meisjes?

1 maart 2015
ik cover
'Inspiration'
waarin karaktermodellen
inspireren

‘inspiration’ voor 50plus meisjes

Vier keer per jaar geeft de Bijenkorf een Inspiration Magazine uit. Het nieuwste nummer is gewijd aan [Icons] of Fashion.
Voor de shoots in dit magazine koos “topfotograaf” Pieter Henket “natuurlijk Nederlandse topmodellen”.

Top natuurlijk!

op de cover

Op de cover staat Daphne Groeneveld. Geïntrigeerd kijk ik in haar ogen, terwijl ik mijn blik tegelijkertijd niet van de half geopende dikke lippen kan afhouden.

Mijn eerste gedachte is:

“tjee, wat vooruitstrevend van de Bijenkorf, een dwerg op de cover”

Oeps. Vergissing.

Daphne Groeneveld mag in mijn ogen dan de fysionomie van een lilliputter hebben, op blz. 11 van het Magazine lees ik dat zij samen met landgenoten Lara Stone en Doutzen Kroes “in de hoogste modellenregionen” verkeert. 

karaktermodel

Al bladerend lees ik allerlei wetenswaardigheden over succesvolle vrouwelijke en mannelijke modellen van Nederlandse bodem.

Mijn bijzondere aandacht wordt getrokken door een elegante oudere man, gestoken in een strak kostuum en met glimmend gepoetste schoenen aan zijn voeten. Het blijkt “karaktermodel” Hans Kemmink te zijn.

Inspiration van de Bijenkorf met Hans Kemmink als karaktermodel.

Hans Kemmink als karaktermodel

Hij is de mannelijke helft van het legendarische Nederlandse modeontwerpers-echtpaar Puck & Hans. Vanaf 1968 tot 1998 verkochten zij hun bijzondere en soms zelfs spectaculaire collecties in hun eigen winkels in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Puck heeft de modeopleiding in Rotterdam gevolgd. Hans is autodidact en verzorgde o.a. de spraakmakende inrichting van de winkels.

ontwerpen van Puck & Hans

Ontwerpen van Puck & Hans

Puck en Hans zijn nog steeds bij elkaar.

Tegenwoordig is Hans kennelijk “karaktermodel”.

Googelen met dit woord levert geen hits op. Is het eufemistische “karaktermodel” misschien voortgekomen uit het brein van een geïnspireerd redactielid? Gefeliciteerd! Ik zou het zeker voordragen als woord van het jaar 2015, als ik De Bijenkorf was.

Hans Kemmink mag er zijn. Zeker. Maar Puck ook, als ik recente foto’s mag geloven. Geen maatje 36, maar (uiteraard!) goed gekleed, gekapt en gemanicuurd. Ze had zo als karaktermodel in Inspiration gekund.

Puck Kemmink. Prachtig 50plus meisje

Puck in oktober 2013

hij mag er zijn

In de categorie ‘hij mag er zijn’ valt ook het stoere mannelijke model in de advertentie van Marc O’Polo. Het is de 65-jarige acteur en countryzanger Jeff Bridges, die een van zijn sterke schouders leent aan Uma Thurman.

Inspiration van de Bijenkorf. Jeff Bridges in advertentie voor Marc O'Polo

Een mooi plaatje. Goed geconserveerde oudere man met veel jongere vrouw.

ik heb er geen problemen mee, maar…

Ik heb daar geen problemen mee. Het is zo’n beetje de story of my life. Moet kunnen.

Maar…

Hans Kemmink en Jeff Bridges zijn de enige twee modellen van boven de 20 en vrouwelijke ‘karaktermodellen’ zijn in geen velden of wegen te bekennen.

En dat terwijl de doorsnee twintiger het Bijenkorf-assortiment never nooit niet kan betalen en je je als 50plus meisje IRL in de Bijenkorf meteen thuis voelt. Unter freundinnen, zal ik maar zeggen.

be iconic

Directeur marketing Robert Bohemen geeft de lezer van het Inspiration Magazine mee:

Be Iconic. Geniet en zorg elke dag voor minstens één bijzonder modemoment.

Mag ik zo vrij zijn om Robert Bohemen ook iets mee te geven?

Be Iconic en zorg met het volgende Magazine voor een bijzonder modemoment. Maak een Inspiration voor 50plus meisjes.

Succes gegarandeerd, daar ben ik van overtuigd!