Gedicht bij blog Begraafplaatsen bezoeken als hobby
Minne
dochter van Amsterdam
schippersvrouw op Ameland
bijna 100 jaar nadat jij heenging
zet ik voet op jouw graf
in barensnood liet jij het leven
dat je met de dood in de ogen
aan zoon Minne schonk
je geniet
verlegen zijn conceptie
nieuw leven in ’t verschiet
je weet
opgroeien zie ik hem niet
een min voor Minne kan je niet wezen
vergeefs zoekt zijn pasgeboren mond jouw tepel
desalniettemin blijf je voor Min
voor eeuwig en altijd
zijn beminde mam
Gedicht bij blog De eindigheid van het leven
’s Avonds op de bank
’s avonds op de bank
soms verlang ik er ’s ochtends al naar
niet meer in de benen
die liggen ontspannen
op het zwarte leer
niet mee op de voeten
hun werk is gedaan
op naar de wc gaan
en nog een wijntje halen
na
ik zie dat ik mijn nagels moet knippen
zolang ik nog bukken kan
zolang ik nog kracht heb te knijpen
in die nageltang
’s avonds op de bank is anders
als je er ’s ochtends al ligt
geveld door het leven
zwaar in plaats van licht
geveld door al die jaren
in touw
door het leven te leven
zonder jou
Gedicht bij blog 50plusmeisjes dansen wat af
Dansavontuur
De kleine man staat op zijn strepen
en zet onze neuzen naar één kant
met het krommen van een vingerkootje
-naar keuze-
krijgt zij de lachers op haar expressieve hand
dansend over onbekende wegen
lichtvoetig happend naar lucht
overwinnen wij toeslaande twijfel
we spreken ieder
onze eigen lichaamstaal
in de boog van mijn arm
koester ik de liefde
terwijl jij de last
van je schouders schudt
stuk voor stuk
bewegen we samen
naar elkaar toe
van elkaar af
kwetsbaar gaan we
elk ons weegs
Gedicht bij blog Daarheen gaan poëziewedstrijd
daarheen gaan
ik ga op hooggehakte hoge laarzen
mijn terneergeslagen ogen
zien jou
jezelf verliezen
aan de Amstel
achter het hek
van het Franse balkon
daar lokt het water
daar waar ik met opgetrokken knieën
zit in het raamkozijn
amberen ogen
bedrogen kom ik uit
en wend mijn blik
van toen naar straks
strak in de plooi
zie ik je weer
daarheen gaan
wil ik nimmermeer
zou het niet meer
zou het niet meer
iets van
onderling
van samen
van wederkerigheid
zou dat moeten
of kunnen
misschien?
zou dat mogen?
dat ik diep
in je ogen kijk
recht
in je ziel
mijn neus tegen jouw neus
en rakelings langs je lippen
te gaan
zonder dat lucht
zich merkbaar verplaatst
onder ons onze
zijdelings strelende dijen
op een eerste verkenningstocht
is het niet meer
iets van
met z’n tweeën
iets van
niet meer alleen
zou dat moeten
of kunnen
misschien?
the place to be
op feesten en partijen
keuvel ik
uiteindelijk
met iedereen
binnen in een stille diepte
verstomd het lachen
vergaan
het opwellende onderwerp
blijft steken
in een anekdote of dronkenmansgelal
in geroezemoes duik ik onder
verdwijn ik in the place to be
daar lokt het water
daar waar ik met opgetrokken knieën
zit in het raamkozijn
Gedicht bij blog Mark Rothko. Dat zou ik hem nog willen vragen.
Rothko Rood. Rothko Dood.
in 1958 schilderde je nr. 5
het is mijn geboortejaar
door de rode tunnel zag ik het witte licht
kwam ik paars naar buiten
in het glas van jouw wit en rood en paars
gespiegeld
tussen medemensen
kijk ik
56 jaar na dato
naar jouw kwetsbaarheid
voor het einde
schilder je rood
voor de dood
schilder je rood
tomatenrood
bloedrood
centrale rafelranden
jouw persoonlijke verdwijnlijn
dat zwart uit ’64
dat kon ik nog verdragen
ingekaderde duisternis
zwart met zwart omrand
het hield het einde
op een afstand
Gedicht bij blog Poëzieweek 2015 van start met de gedichtendag
De-wat-ooit-was-strop
een onveranderbaar verleden
beheerst met klem mijn bestaan
onontkoombaar, onomkeerbaar
zijn de dagen van jaren her
met mijn bloed vloeide leven weg
het kleeft nog aan jouw handen
jij die gaf, nam
ook mijn lust
uit geen bed zal ik ooit ontwaken
zoals ik gisteren was
Gedicht bij blog ‘Spruitjeslucht’
Oma
jij aan het einde
ik aan het begin
twee parallelle lijnen
die elkaar snijden
een toekomstbeeld
en levende herinnering
Gedicht bij blog ‘The Image as Burden’
Beelden
oh, die beelden
die beelden
die zwarte beelden
die witte beelden
die bedrukte beelden
die beelden
van verdrukten
der aarde
ter aarde geworpen
de teerling
onverzettelijk
de revolutionairen
draaien zich om
marcheren
gekscherend schaterend
de grijze weg
los van de ernstige ernst
is het luchtiger lopen
op het levenspad
Gedicht bij blog ‘Moestuin, Jetta Klijnsma en mijn slakken’
richting horizon
een poes volgt traag
het zilveren spoor
op het pad in mijn tuin
en doet haar behoefte
achter in mijn beeld
slaan vogels hun vleugels
uit op de vlucht
nat geregend
neigen annabelle’s bollen
schaamtevol neerwaarts
mijn blote voeten
dauwtrappen door het gras
het hek door
richting horizon
Gedicht bij blog ‘Strand dilemma’
Als eva
als eva op het strand geweest
besmuikt laag bij de grond
blootgesteld aan de golven en de wind
zand tussen billen
schuurt de schaamte weg
rennen zodra je je onbespied waant
vrijgevochten de schuimkoppen in
schouders naar achteren
neus in de lucht
wie weet (her)kent iemand mij
dobberend omhoog en omlaag
overspoeld door zoute lust
de blik omhoog
wolken in het blikveld
de blik omlaag
borsten als heuvels
omspoeld door de Noordzee
de branding sleurt me
mee naar de kust
trekt mijn benen onder mij vandaan
laat mij gaan
als een nimf
naar de vloedlijn
keer op keer
van diep naar ondiep
niet te diep
omsloten
door de veiligheid
en bekendheid
van mijn herinnering
Gedicht bij blog ‘Zonder vader, zonder moeder’
Zonder moeder
op het zwarte vest
tref ik nog
je tedere grijze haren
ik laat ze
met je laatste maaltijd
bevlekte je je doodskleed
ik laat je los
ik pak je vast
je gezicht als was het van was
ik streel je arm
zepig, vettig
al
stervende in het versterven
nog voor de laatste
dunne zucht
je gebroken ogen geloken
krijgen een betekenis
verdwenen hun diepten
stuitend op troebel grijs
naast je
liet je me verweesd achter
Gedicht bij blog ‘Reizen met puberdochter’
Dochter, dochterlief
dochter, dochterlief
hormonen jagen door ons lijf
we zijn vrouw, moeder, dochter
en lekker wijf
voelen het gewrijf
van dijen
tegen elkaar
blonde haren wapperen
in de wind
eensgezind
lopen we de boot op
varen we de einder tegemoet
met lood in de schoenen
Gedicht bij blog ‘Strand van Scheveningen’
Strand van Scheveningen
oneindig monochroom
tot aan de einder
met zilver gehoogde golven
raken mijn voeten
trekken zich vervolgens
krachtig terug
richting Engeland
vingers van vlagen
plagen door mijn haren heen
lopen naar benee
over borsten, buik en bovenbeen
omgekeerd graaft
mijn lichaam haar vormen
in het mulle zand
de hand van mijn door
zon en water zinderende metgezel
beweegt zich langzaam
over de huid van mijn rug
’s avonds al
is de afdruk van mijn hete lijf
opgelost in het zoute water
van de Scheveningse zee
Gedicht bij blog ‘Zoon’
Zoon
ach kindje
ach kindje
och kind
spleetogen tegen ’t licht
oneindig lief gezicht
ach ventje
och ventje
vent
weet ik wie je was
weet ik wie je bent
BA (Hons)
with honours
voor jou
voor mij
weerbarstig briljant
briljant weerbarstig
in je kielzog
maalstroom
draaikolk
net niet
kopje onder
Gedicht bij blog ‘dement’
Mama
mijn hoofd in je schoot
over je schouder, gezicht in je nek
transpiratielucht van fris en jong en energiek
wat ben je lief
wat ben je mooi
iedereen kijkt naar je
ik hef mijn hoofd, kijk naar je omhoog
oneindige gang met murmelende wezens
handen wrijven langs de wand
spruitjeslucht is er heilig bij
in je kamer
komt me tegemoet
daardoorheen breekt bleek
fris en jong en energiek
Gedicht bij blog ‘jarig’
Even nog naar ik hoop
aan de overkant van de heuvel
zal het gras niet groener zijn
heb ik nog tijd van leven
indien geen einde abrupt
als een overval
wordt dor en droog het gras
voor mijn voeten weggemaaid
het verleden verdringt het heden
zwarte gaten tussen grijze stof
als het tegenzit slaan
helpende handen dood
op een stoffig interieur
als het meezit naar ik hoop
slaan helpende handen
liefdevol zich om mij heen
en wordt er niet
in de derde persoon
tegen mij gesproken
als het meezit naar ik hoop
blijf ik nog lang mijn eigen nagels lakken
mijn eigen benen scheren
op eigen benen staan
even nog naar ik hoop
blijft mijn ouderdom
een vergezicht
Gedicht bij blog Niet achter de geraniums
Herfst, heet het
de boom voor het bed van mijn geliefde
(we hebben hem vaak opgezet bij nacht en ontij)
heeft zijn streken verloren in de wind
moeders krulspelden liggen
als dansende vingers in de mand
zwijg theemuts
over donzen ogen
straks moet je weer
van wanten weten
Gedicht bij blog Oma
Oma
jij aan het einde
ik aan het begin
twee parallelle lijnen
die elkaar snijden
een toekomstbeeld
en levende herinnering
10 Reacties
[…] Gedichten […]
[…] Gedichten […]
[…] Gedichten […]
[…] Gedichten […]
[…] Gedichten […]
[…] Gedichten […]
Reactie op gedicht MAMA via LinkedIn
“mooi en heel herkenbaar…..”
margaret van breukelen
Geestelijke gezondheidszorg professional
Reactie op het gedicht MAMA via LinkedIn
” Heel mooi verwoord!!”
Marjan Stoevelaar-van den Oever, Volgt de opleiding tot uitvaartverzorger bij Docendo en zoekt een baan in de uitvaartbranche.
Reactie via LinkedIn op gedicht MAMA
“mooi, dank voor het delen.”
Agnes Schouten, Uitvaartbegeleider in aandacht bij Humanistische Uitvaartbegeleiding + Werkzoekende als freelance uitvaartbegeleider
mooi eerbetoon aan je oma, Nicoline. En wat een prachtige foto van haar.