Persoonlijk & Intiem

Strand van Scheveningen. Bij strandtent 't Puntje en naaktstrand.

12 juli 2014
Ik ben geboren uit zonnegloren 
En een zucht van de ziedende zee.
Strand van Scheveningen

Aan de Thaise soep bij strandtent ’t Puntje

Naar het strand van Scheveningen

De eerste regels van het gedicht „Iris” van de op 22 jarige leeftijd overleden Tachtiger Jacques Perk zijn mij op het lijf geschreven.

Zolang ik mij kan herinneren ga ik naar het strand van Scheveningen.

Als kind samen met mijn ouders. Later, zo tussen mijn 14de en 25ste, zonder ouders en ook nog zonder kinderen. Soms met vriendinnen, soms met een vriendje, vaak ook alleen.

Ik had veel tijd aan mezelf.

Als het maar even mooi weer was bekroop mij het onrustige gevoel van niet meer binnen kunnen blijven. Bij stralende zon was de keuze snel gemaakt: op naar het strand. Was het weer twijfelachtig dan kon ik lang dubben. Ga ik wel / ga ik niet.

Met de kinderen

Ook met de kinderen was ik veelvuldig op het strand te vinden. Wat wil je als je het voorrecht hebt er 10 minuten vandaan te wonen.

Vaste stek was La Cantina, bijgenaamd Mama’s Beach. Aan de zuidkant van de Scheveningse haven, tegen Duindorp aan, bij strandslag 12 krioelde het van de moeders met kinderen. En je kon gratis parkeren!

Een bijna militaristische voorbereiding was cruciaal. De avond ervoor een strandmaaltijd klaarmaken. Strandspullen alvast in de auto. Na het werk eerst naar huis om de koelbox te vullen. Vervolgens als een speer kind ophalen van crèche of NSO en richting strand. Meestal zaten we dicht bij de vloedlijn. Kinderen willen maar één ding en dat is de zee in.

Het eerste wat ze doen als de ouders een plekje hebben uitgezocht, is kleren uit en naar het water rennen.

Rond vijven vloeien strand en zee samen in een monochrome zilverkleurige gloed. Met elke golf licht het water op. Na een hectische dag werd ik overvallen door een gevoel van oneindige rust.

Veel badgasten vertrokken aan het einde van de middag richting huis. Het werd dan stiller op het strand.

Uit de koelbox kwamen gebraden drumsticks en een pot appelmoes. Met een patatje erbij was de maaltijd compleet. Of -meer verantwoord- een pastasalade met veel groente. En altijd een fles rosé. Er werd gegeten uit felgekleurde plastic bakjes van Ikea. Gedronken uit dito bekers.

Als je geluk had kwam je vrienden tegen. Het eten werd gedeeld. De moeders kletsten en de kinderen speelden.

Op het strand stond een douche. Daaronder werd kindlief vlak voor vertrek grondig schoongespoeld. Zand tussen de billen vandaan en luier aan. Opletten dat hij niet meer met het zand in aanraking kwam en thuis linea recta het bedje in.

De kinderen werden groter en wilden niet meer mee. Werk slokte alle tijd op. Het strand van Scheveningen verdween uit beeld.

Strandtent ’t Puntje

Nu ik in rustiger vaarwater ben gekomen hoef ik de lokroep van strand en zee niet meer te weerstaan. Noorderstrand 35 is favoriet. Te bereiken met fiets of benenwagen. Onderdeel van natuurgebied Meijendel.

Strand van Scheveningen

Noorderstrand 35

Onderaan de trap ligt strandtent ’t Puntje. Het is de laatste strandtent tussen Scheveningen en Wassenaar.

Als je op het duin naar links kijkt, zie je in de verte de pier. Hoe dichter bij de pier, hoe drukker het is. Richt je de blik naar rechts dan is het tegenovergestelde het geval. Daar beginnen de duinpannen en lonkt het naaktstrand. Daar is het strand uitgestorven aan de horizon.

Majesteitelijk daal ik op mijn slippertjes de lange houten trap af. Vier oude bunkers uit de Tweede Wereldoorlog kijken ‘gemütlich’ op me neer.

’t Puntje is zo’n ouderwets strandtentje zonder toeters en bellen. Met ronde tafeltjes en rieten stoeltjes. Zonder loungebanken of -bedden en zonder website of facebookpagina.

’t Puntje wordt gefrequenteerd door een aangename mix van Hagenaars en Hagenezen. Hoogblond en Benoordenhoutse types met een ’Beatrixkapsel’ liggen zij aan zij.

Overigens heeft de zon mijn geverfde haar inmiddels ook hoogblond gebleekt. Mijn uitgroeit is nog niet zodanig dat ik mij bij mijn geliefde kapper Ralph moet melden met ‚uitgroeialarm’. Het eerstvolgende bezoek worden het in ieder geval lowlights in plaats van highlights.

Lekkere koffie bij ’t Puntje. Voor mij standaard een dubbele espresso met 2 tinnetjes koffiemelk. Het koekje bij de koffie mag je zelf uit het trommeltje pakken.

Leuke boys achter de bar. Ook niet onbelangrijk. Good looking en vanzelfsprekend lekker bruin.

Zelf bij de bar bestellen. Er staat nooit een rij. Niemand heeft haast,

En voor de wc hoef je niet te betalen bij gebruik van een consumptie.

Just right for me.

Net als vroeger heb ik nog steeds een hekel aan het geploeter door het zand op zoek naar DE PLEK! Niet te dicht bij anderen. Niet te ver van de standtent vandaan, want af en toe een bakkie is een must. Dicht bij het water als het zo heet is dat je af en toe de zee in wilt. Dicht bij de duinrand als het koeler is.

Vanaf  ’t Puntje is het nog een flink stukje lopen naar het naaktstrand. De eerste naturisten zijn echter al meteen onderaan de trap neergezegen.

Wij, echtgenoot B en ik, redden het nog wel om een paar metertjes meer af te leggen, maar ook wij halen het bord met de markering. „Naturistenstrand” meestal niet. Zeker niet als het heet is en het mulle zand onder je voeten brand.

In het voorjaar gaat ons dat beter af. Dan is het nog frisjes en lokken de duinpannen die beginnen ter hoogte van het naaktstrand. Dan is het strand nagenoeg uitgestorven.

Liggend in ons duinpannetje verkeren we in de veronderstelling alleen op de wereld te zijn. We liggen er beschut en geborgen in een kommetje zand en temidden van ruisend helmgras. We doen ons eerste voorzichtige kleurtje op.

Als het warm is liggen we niet in een duinpan. Dan brengt het windje de gewenste verkoeling.

Als we vroeg gaan op een door-de-weekse dag is het heerlijk rustig. Weinig andere badgasten en nauwelijks dreinende kinderen.

Liggend op mijn handdoek luister ik naar het geluid van de aanrollende en zich terugtrekkende golven. De wind strijkt sensueel over mijn huid. Het is en blijft een sensationeel gevoel. Alleen al daarom zou iedereen minstens één keer op een winderig strand moeten liggen.

Braaf volg ik de voorschriften voor het zon-aanbidden. Niet tussen 12.00-15.00 uur in de zon en veelvuldig smeren. Deze zomer ben ik wat factortjes naar beneden gegaan, want ik wil dit jaar weer eens ouderwets bruin worden. Met als ultiem resultaat: bruine benen. Zowel de voor- als de achterkant. Om en om bakken dus.

 

Strandstoel ‘basic’

Nu we vaker naar het strand gaan hebben we bij een ANWB winkel „Strandstoel Basic” aangeschaft. Een „lichtgewicht en makkelijk mee te nemen strandstoeltje met een maximale belasting van 100 kg. Deze strandstoel heeft een aluminium constructie en heeft een sterk 600 denier polyester doek.”

Die 100 kg. belasting daar komen we gelukkig niet aan en het stoeltje is inderdaad erg lichtgewicht. Makkelijk te vervoeren op de fiets. Tenminste met hulp van mijn praktisch ingestelde en met ruimtelijk inzicht begiftigde echtgenoot B. Ik krijg het niet voor elkaar. Na enig geworstel heb ik de handdoek in de ring gegooid.

Op dergelijke momenten denk ik: „Oh oh oh….als ik ooit alleen kom te staan…” Als een pop up screen verschijnt in mijn hoofd het schrikbeeld van zelf vuilnisbakken buiten zetten, belastingformulier invullen, de auto naar de garage brengen voor een onderhoudsbeurt etc. etc. Gek genoeg denk ik er op zo’n moment niet aan hoe lamgeslagen ik dan ongetwijfeld zal zijn van gemis en verdriet. Zodra dát gevoel de kop op steekt schud ik de gedachten van me af….”ach joh, zover is het nog niet. Geniet van de luxe van het samenzijn. Laat het je lekker aanleunen die verwennerij”.

Dank lieve B.

Het is zo’n stoeltje dat voor het grootste deel wegzakt in het zand en dat voornamelijk dient om met je rug tegenaan te leunen. Het geeft de mogelijkheid om behoorlijk wat rechter op te zitten dan tegen het bekende heuveltje van opgehoogd zand. We gaan van handdoek naar stoeltje en terug. Strandstoel Basic voorziet in de op onze leeftijd onontbeerlijke wisselingen in houding. Dat is vooral voor mijn 12 jaar oudere echtgenoot B. belangrijk. Hij is minder lenig dan ik en twee keer geopereerd aan hernia. Zijn rug is zijn zwakke plek. De stijfheid die bij hem optreedt na enige tijd op de handdoek te hebben gelegen is soms lichtelijk ontluisterend.

Gelukkig heb ik daar minder last van. In ’t zand op een handdoekje: mijn lichaam kan het nog! Ik vlei me neer en draai met gemak beurtelings van buik naar rug en terug. Naderhand geen last van spierpijn.

Naar mijn bescheiden mening is het enige minpunt dat dit stuk strand als uitrengebied voor honden is aangewezen. Honden zijn toegestaan „ alle dagen, dag en nacht.” Voor sommigen echter ongetwijfeld een pluspunt.

Weetje

Het naaktstrand van Scheveningen is één van de oudste naaktstranden van Nederland. Op 13 juni 1975 werd door de gemeenteraad van Den Haag een stuk strand van 250 meter dichtbij de grens met Wassenaar aangewezen voor naaktrecreatie. Het naaktstrand was vroeger afgeschermd door een schutting op enkele meters afstand vanaf de duinenrij. Strandwandelaars konden achter de schutting langs het naaktstrand passeren.

 

Links

http://www.lacantina.nl

http://www.naaktstrandje.nl/zuidholland/Scheveningen/Scheveningen.html

http://strand-denhaag.nl/strandslag/scheveningen-noorderstrand

Gedicht ‘Strand van Scheveningen’

strand van Scheveningen

oneindig monochroom
tot aan de einder

met zilver gehoogde golven
raken mijn voeten
trekken zich vervolgens
krachtig terug
richting Engeland

vingers van vlagen
plagen door mijn haren heen
lopen naar benee
over borsten, buik en bovenbeen

omgekeerd graaft
mijn lichaam haar vormen
in het mulle zand

de hand van mijn door
zon en water zinderende metgezel
beweegt zich langzaam
over de huid van mijn rug

’s avonds al
is de afdruk van mijn hete lijf
opgelost in het zoute water
van de Scheveningse zee

 

Andere interessante posts

1 Reactie

Laat een reactie achter op Strand dilemma: badpak, bikini, monokini of helemaal zonder? Annuleer reactie