demotie ook voor 50plusmeisjes
Onder de kop “oudere vaak wel bereid tot demotie” komen in de Volkskrant van gisteren (16 oktober 2015) twee 50plusmeisjes aan het woord: Artikel Volkskrant.
Een van hen, Jolet Uilenberg (54)
“Koos twee keer voor demotie. Leverde ruim 20 duizend euro aan salaris in”
Dat woordje “koos”. Dat is voor mij het sleutelwoord. Kan uit eigen vrije wil genoegen nemen met een lagere functie tegen een lager salaris een reddingsboei zijn voor de werkende 50plusser? Zeker nu je moet blijven werken tot je bijna 70 bent?
het net wat rustiger aan willen doen
Hebben oudere werknemers op een gegeven moment een natuurlijke behoefte om het wat rustiger aan te willen doen op de werkvloer?
Ik denk het wel.
Waarom? Daar kunnen veel redenen voor zijn. Laat ik er een paar onder de loep nemen.
Als 50plusser verlies je snelheid. Snelheid in handelen en denken. Je doet langer over een klus dan vroeger. Daar is geen ontkomen aan.
En dat terwijl op de werkvloer het tempo alleen maar toeneemt.
Als 50plusser duurt het langer voordat je informatie opneemt.
En dat terwijl er tegenwoordig elke dag een tsunami aan informatie over je heen komt.
digital immigrant versus digital native
Als 50plusser heb je minder digitale vaardigheden, terwijl je in bijna alle beroepen moet kunnen omgaan met steeds weer nieuwe computerprogramma’s en smartphonemogelijkheden, of je nu automonteur bent, journalist, wetenschapper, fondsenwerver of relatiebeheerder. Wij, als 50plusser, zijn digital immigrants, geboren voor de digitale revolutie van 1985. Nooit zullen wij de vaardigheden van de digital natives kunnen evenaren. Bovendien is er een kloof in de manier waarop wij en de jonkies van na 1985 omgaan met anderen; met vrienden, klanten, collega’s .
Wij onderhielden onze contacten van aangezicht tot aangezicht, via het geschreven woord of met de telefoon.
E-mailen lijkt nog zo op de ons bekende correspondentievormen, dat wij dat ons prima eigen hebben gemaakt. Maar daar is een enorm arsenaal aan communicatiemiddelen bijgekomen. Sms-en, chatten, facebooken, whatsappen, snapchatten, etc.
Het zijn contactmogelijkheden via een toetsenbord. Het zijn contactmogelijkheden die zich beperken tot een paar zinnen of een plaatje. Contactmogelijkheden zonder de rijkdom aan nuances waar wij aan gewend zijn: gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal, stemintonaties, een lachje, tonggeklak, gesnuif en gesis.
De digitale kloof heeft de traditionele verhouding tussen jongere en oudere werknemers veranderd. Eeuwenlang was de oudere ervaren werknemer de leermeester van de beginnende collega. Nu zijn de rollen vaak omgedraaid.
Hou me ten goede, ik whatsapp me een ongeluk en ben dol op Facebook en Instagram. Maar toch grijp ik veel vaker dan mijn jongere collega’s naar de telefoon om snel even spijkers met koppen te slaan. Regelmatig loop ik bij een collega binnen om iets te vragen of te overleggen, terwijl de digital natives niet achter hun bureau vandaan komen. Ze e-mailen liever tien keer heen en weer dan dat ze iets op de man af vragen, zelfs als ze bij elkaar op dezelfde kamer zitten.
Al dit soort zaken spelen mee in hoe je als 50plusser functioneert op de werkvloer.
niet meer alle ballen in de lucht kunnen houden
Misschien heb je een flinke carrière gemaakt. Jarenlang kon je de stress, de werkdruk, het heen en weer reizen, het schakelen en de lange werkdagen prima aan. Na je 50ste neemt je fysieke en mentale fitheid onvermijdelijk af. ‘Ineens’ lukt het dan niet meer om alle ballen in de lucht te houden.
Het is niet meer dan logisch dat er op een gegeven moment aanpassingen nodig zijn.
Demotie kan dan een oplossing zijn. Dat hoeft zeker niet alleen door over te stappen naar een lagere functie. Je kunt ook prima op hetzelfde niveau blijven, maar wel taken afstoten en minder uren gaan werken. Er is een scala aan individuele mogelijkheden.
In mijn eigen omgeving zie ik sommigen van mijn leeftijdgenoten ‘afbranden’. Toch is praten over een stapje terug vaak onbespreekbaar, een taboe. Daar begint het mee: dat je je vrij voelt om over allerlei opties na te denken, ook over demotie. Dat je vrijblijvend alle mogelijkheden de revue laat passeren met je partner, je vrienden en in het ideale geval ook met je werkgever. Soms is het besef dat er een uitweg is genoeg om de druk van de ketel te halen. “Ik blijf nog een tijdje zitten waar ik zit, maar als het echt te veel wordt, dan is er een escape”. Herkenbaar?
je baan verliezen kan een cadeautje zijn
Zelf heb ik dat ook ervaren. Niet helemaal vrijwillig, maar toch.
Tegen de tijd dat mijn carrière in de lift zat, waren mijn kinderen in de pubertijd. Het waren tropenjaren. Ik keek uit naar het moment dat de kinderen op eigen benen zouden staan. Dan zou ik eindelijk echt helemaal voluit voor mijn werk kunnen gaan.
Maar zover is het niet gekomen. Allereerst had ik er niet op gerekend dat ik de zorg voor mijn bejaarde moeder op mijn bordje kreeg. Mijn moeder werd mijn derde kind, een nakomertje.
Wat ik ook niet had voorzien, was dat ik in het jaar dat mijn moeder overleed, ook mijn baan verloor. Na van de schrik bekomen te zijn, voelde dat als een bevrijding. Ineens lag de toekomst open. Er was lucht om te reflecteren op mijn talenten en valkuilen. Om na te denken over hoe ik de laatste 15-20 jaar van mijn werkzame leven zou willen invullen.
Een van mijn belangrijkste wensen was: geen leiding meer geven. Ik realiseerde me dat ik als leidinggevende net als in mijn privéleven bezig was met faciliteren en zorgen, met coachen en ‘opvoeden’ . En dat ik daar zooooooo genoeg van had.
Ik denk niet dat ik tot dat inzicht zou zijn gekomen, als ik niet werkloos was geworden. Had ik mijn baan behouden, dan zou mijn leven er nu vast heel anders uitzien. Dan was ik door blijven jakkeren en waarschijnlijk zelfs nog meer uren gaan werken. Ik zou me daar zonder twijfel heel tevreden over hebben gevoeld. Ook bevrijd, want niet meer gehinderd door de plicht om het eten op tijd op tafel te krijgen of na het werk snel nog even langs mijn moeder te moeten om de was op te halen.
Dat ik werkloos werd, was een zegen. Een cadeautje. Ik heb weloverwogen andere keuzes gemaakt. Ik koos voor demotie. Voor een minder zware baan tegen een lager salaris.
Natuurlijk realiseer ik me dat ik me in een luxepositie bevond. Ik kon me permitteren om met minder salaris genoegen te nemen. En ondanks mijn leeftijd vond ik snel een nieuwe baan. Een baan in een voor mij volkomen nieuw vakgebied. Ik heb van nature een intrinsieke motivatie tot ‘een leven lang leren’. Ik ben nieuwsgierig en sta open voor iets nieuws. Met die nieuwe baan word ik op mijn wenken bediend.
Niet dat het altijd makkelijk is en wat was ik moe die eerste maanden. Maar toch…ik ben in deze fase van mijn leven beter af met deze nieuwe baan.
Over het gevoel van vrijheid blijheid dat ik nu ervaar, schreef ik al eerder: 50plusmeisje ontdekt opnieuw vrijheid blijheid.
Mijn adagium is veranderd van ‘een dag niet gewerkt, is een dag niet geleefd’ naar ‘ik werk om te leven’.
Lang leve het leven!
Geen Reacties