Browsing Tag

dansen

Gedicht Mindstyle & Lifestyle

Paardrijden kan je heel lang blijven doen en je bent nooit uitgeleerd

18 mei 2017

paardrijden: een van mijn twee passies

Ik heb twee passies: dansen en paardrijden.

Weet je wat zo mooi is aan deze sporten? Je kan het tot op hoge leeftijd blijven doen en je bent nooit uitgeleerd.

Over dansen heb ik al vaak geblogd:  Hier en hier en hier en ook hier.

En gevlogd: hier.

Nu is het de beurt aan paardrijden.

paardrijden op Manege Wittebrug

Paardrijden doe ik op Manege Wittebrug in Den Haag. Twee keer in de week rij ik me in het zweet tijdens de dressuurlessen in de binnenbak. Op super goed verzorgde paarden en onder leiding van supergoede instructeurs. Dat is elke keer weer een feestje.

’s Zomers is het groot feest. Dan gaan we om de week maar liefst twee uur naar buiten. De duinen in of naar het strand. Als het erg droog is en de paarden te veel moeten ploeteren door het mulle duinzand zoeken we regelmatig verkoeling in Clingendael.

Soms neem ik een semi-privéles met maximaal drie ruiters. Nog meer dan in de gewone groepsles, word ik dan aangemoedigd om mijn grenzen telkens een stukje te verleggen.

angsthaas te paard

Dat is geen gemakkelijke klus, want ik ben een angsthaas eerste klas. Na bijna twee decennia paardrijles vind ik vooral galopperen vaak nog steeds eng. Zeker als ik op een paard zit dat een beetje onberekenbaar is. Dat bijvoorbeeld af en toe wegschiet, dat hup met een scherpe bocht gewoon ineens naar de andere hoek van de manege vliegt. Daar heeft de jonge ondeugende Waldo nogal eens een handje van.

paardrijden

Buitenrit op de stevige Schwarzwälder Fuchs ‘Waldo’

een paard kan rare bokkensprongen maken

Als een paard rare bokkensprongen maakt, dan moet ik ervoor zorgen dat ik niet ook door de bak vlieg en zand ga happen.

“Niet in paniek raken, niet in een kramp schieten, rustig blijven en alert en adequaat reageren, zoals je geleerd hebt”

Schiet er dan door mijn hoofd.

Dat is niet niks. Ga er maar aanstaan!

in de aap gelogeerd

Niet dat het vaak gebeurt hoor, gelukkig niet. De keren dat ik van een paard viel, zijn op de vingers van één hand te tellen. Als dat gebeurde, hees ik mezelf meteen weer in het zadel. Doe je dat niet, dan ben je pas echt in de aap gelogeerd.

Maar….

  1. ook al gaat het meestal prima
  2. heb ik inmiddels best veel ervaring
  3. weet ik dat de uiterst ervaren instructeurs van Manege Wittebrug mij als ruiter door en door kennen
  4. dat ze me echt niet op een paard zetten, dat te heftig voor me is
  5. aangevuld met nog tientallen andere rationele argumenten…

dan nog steekt die verhipte angst keer op keer de kop op in mijn koppie.

Tuurlijk, je moet altijd op je hoede zijn als je op een paard zit. Het zijn tenslotte vluchtdieren. Ze kunnen schrikken, bokken of zelfs steigeren en op hol slaan.

Tuurlijk moet je geconcentreerd zijn en met hart en hoofd ‘bij je paard’ zijn. Dat is juist een van de allerleukste dingen van paardrijden. Maar soms -niet altijd- wordt dat plezier dus vergald door de angst om de controle over het paard te verliezen.

deze controlefreak moet leren de teugels uit handen te geven

Dat is natuurlijk het onderliggende probleem. Als rechtgeaarde controlefreak ben ik in alle facetten van mijn leven bang om de touwtjes uit handen te geven.

Dat is echt een dingetje. Ik werk er keihard aan om daarvan af te komen.

Paarden zijn heel geschikt om ergens vanaf te komen. Want paarden spiegelen. Ze kopiëren je gedrag of gaan er juist tegenin. Als ik de teugels ofwel de touwtjes te strak houd dan gaat het paard tegenwerken. Die heeft helemaal geen zin in dat getrek in zijn mond. Die wil dat ik lekker meedein met zijn bewegingen, alsof de teugels van elastiek zijn.

Heel vergelijkbaar met het functioneren binnen een gezin; met de manier waarop je om zou moeten gaan met je man,  je kinderen en ook met je vrienden en collega’s. Die willen ook niet beteugeld en gebreideld worden.

en dan galoppeer je ineens in een flow

Net als ieder ander word ik natuurlijk veel gelukkiger als ik een beetje meega met de ‘bewegingen’ van de ander. Soms lukt dat. Dan geven en nemen we in gelijke mate. Dan kom ik samen met die ander in een flow.

Geweldig gevoel, zo’n flow. Zowel in intermenselijke relaties, als in dans en bij het paardrijden.

Ik hoor je denken:

“Nu wordt ze wel erg zweverig.”

Maar zo’n flow is niet zweverig. In tegendeel.

Het is een heel concreet fysiek en mentaal gevoel. Inmiddels herken ik het onmiddellijk. Het geeft aan alles een enorme extra kwaliteit. Aan mijn intermenselijke relaties. Aan het dansen. Aan het paardrijden.

Hoe ik dat steeds beter leer, om in zo’n flow te komen, daar schrijf ik een ander keer verder over.

mijn gedicht en vlog over paardrijden

In deze blog wil ik met jullie nog wel het gedicht delen, dat ik schreef na een weekeindje paardrijden in de Loonse en Drunense Duinen met een aantal collega-ruiters van de Wittebrug.

En onderstaand plak ik ook mijn vlog in, waarin je mij te paard kunt bewonderen en ik het gedicht voor jullie voordraag.

Geniet ervan!

VLOG

GEDICHT

paarden en paardenmensen

paarden, paardenstal
paardenhoofdstel, paardenbenen
getrappel van hoeven
gekraak op het grint

paardenzadel, beugels en sjabrak 

met de teugels in mijn aarzelende knuisten
leun ik lichtjes achterover
verdwijnt de spanning uit mijn lijf

jij snuift en schudt je manen 

langs mijn enigszins
vochtige bovenlip
voel ik verkoeling
van mijn gelaten zucht

paardenlijf, paardendraf
zo machtig
in galop
tegen mijn wangen
voel ik mijn wapperende haren slaan

paardenogen, paardenkont
de zweep om mee te slaan
rust in mijn hand 

paarden, ach die paarden
op de achterhand 

paardenmensen
op mijn hand 

geconcentreerd vieren ze de teugels
laten ze zich gaan

in hun slipstream
volg ik
met gesloten ogen
als het moet

vertrouwen geven
vertrouwen krijgen 

paarden en paardenmensen
wat wens ik mij nog meer 

Gezien & Gelezen Mindstyle & Lifestyle

Dansen om te ontsnappen aan je hoofd

24 april 2016
dansen

ontsnappen aan je hoofd in de sauna

Vorige week stond in het Vonk-katern van De Volkskrant het artikel Ode aan de sauna met als ondertitel ‘Stilteruimte. Ontsnappen aan het hoofd’.

“De sauna is een van de laatste offline-ruimtes in onze samenleving”

schrijft Ruben Jacobs. Hij stelt dat wij als “moderne hoogtechnologische wezens” steeds minder onze “lichamelijkheid” ervaren.

“een omgeving van 90 graden Celsius is bij uitstek geschikt om even uit het hoofd te komen en in het lichaam te geraken.”

Wie voelt zich niet rusteloos en tegelijkertijd overprikkeld en geestelijk oververmoeid in deze tijd waarin we altijd ‘aan’ staan. Waarin we altijd bereikbaar (moeten) zijn.

Ik wel. Zeer regelmatig zelfs. Niet in de laatste plaats omdat ik een heel nieuwsgierig 50plusmeisje ben en ik graag van ‘alles’ op de hoogte ben en blijf.

lijfsvergetelheid

Het artikel spreekt van een “gespleten bestaan tussen hoofd- en lijfwerk”.

Denker des Vaderlands René Gudde gebruikte het prachtige woord “lijfsvergetelheid”.

Het lijkt in schril contrast te staan met de obsessieve aandacht voor het lichaam in ons tijdsgewricht. Voor gezondheid, voor superfoods, voor sporten en in beweging blijven. Maar deze ‘zorg’ voor het lichaam staat in dienst van de geest. De conditie van het lichaam willen we op peil houden, zodat het hoofdwerk naar behoren gedaan kan worden. Het heilig moeten om het fysieke welzijn op te krikken is voor velen van ons zelfs een zoveelste stressfactor.

ontsnappen aan je hoofd door te dansen

Tijdens het lezen van het artikel kon ik niet anders dan denken aan mijn dansavontuur, waarover ik schreef in mijn vorige blog: ’50plusmeisjes dansen wat af’.

Het is fijn dat ik door dansen langer fit en vitaal blijf en ik ben me er zeer van bewust dat bewegen dementie op een afstand kan houden.

Maar dansen heeft ook een eigen intrinsieke waarde in het hier en het nu. Dansen brengt een geluksgevoel teweeg.

Dat is natuurlijk geen nieuws. Het is al langer bekend en bewezen.

“Tijdens het dansen komt het gelukshormoon endorfine vrij, waardoor je je automatisch beter voelt. Iemand die minstens eenmaal per week danst, heeft een grotere kans op een gelukkig en evenwichtig leven”

Om de site dokterdokter.nl te citeren.

Zeker weten word ik gelukkig van dansen (en nu maar hopen dat mijn leven er t.z.t. ook evenwichtiger van wordt!).

Hoe fijn is het daarom dat ons ad hoc dansgezelschap van ‘Good [Old] Times. My Tasteful Life’ nog elke vrijdagochtend samen danst.

Onder begeleiding van ‘onze’ choreografen Jérôme Meyer en Isabelle Chaffaud doen wij aan ‘Happy Movements’. Anderhalf uur lang dompelen we onder in de wereld van ons eigen lichaam en dat van de ander.

Naast de gewone noodzakelijke oefeningen als opwarmen, stretchen en een cooling down ligt het accent op happy movements. Op bewegingen waar je blij van wordt. Onmisbaar daarbij is de muziek, wat volgens dokterdokter ook een reuze nuttig effect heeft:

“Dansen werkt stressverlagend, omdat het stresshormoon cortisol afneemt wanneer je danst. Hier speelt vooral de muziek een grote rol in.”

opgaan in beweging

Op de klanken van de muziek ga ik op in beweging. Eerst volg ik nog de bewegingen van Jérôme en Isabelle. Ik zit voornamelijk in mijn hoofd en concentreer me op hoe ze hun armen gebruiken, hoe ze hun gewicht verplaatsen van het ene been naar het andere, hoe ver ze hun lichaam draaien en in welk tempo ze zakken naar de vloer.

De bewegingen van J&I zijn inspiratiebron. Ik hoef ze niet 1 op 1 na te doen. Ik zoom in op de vloeiende lijnen die zij met hun lichamen in de ruimte schrijven. Ik voel de intentie en vreugde waarmee zij gebruikmaken van hun soepele en expressieve lichamen.

Gaandeweg kom ik los van mijn denken en word ik dans.

ik laat me leiden en ervaar de ruimte met dichte ogen

Op een ander moment word ik tijdens een van de oefeningen met mijn ogen dicht door een mededanser in verschillende tempo’s door de ruimte geleid.

Ik kan me toch oriënteren, doordat ik ook met ogen dicht aan de raamkant het invallende licht registreer. Ik hoor het wanneer ik dichter in de buurt kom van een van de luidsprekers. Ik ervaar de muur waar ik rakelings langs loop, maar waarmee ik geen fysiek contact maak.

Ik voel me bevrijd door de concentratie op mijn lichamelijke zintuigen. Ik voel overgave door het vertrouwen dat ik moet stellen in de leidende ander.

medicijn tegen lijfsvergetelheid

Tijdens Happy Movements doen we ook een choreografietje. Dan probeer ik wel heel precies de bewegingen van J&I te volgen. Als zij draaien, draai ik ook. Mijn rug volgt het krommen van hun ruggen.

De kunst is om evenwicht te vinden tussen hoofd en lichaam. Als dat lukt, dan ben je dicht bij de essentie van dans.

De essentie van hoe leven zou kunnen zijn zonder ‘lijfsvergetelheid’.

Dans je mee?

Wil je meedansen? Neem dan gerust contact met me op: Nicoline.

 

Gedicht Persoonlijk & Intiem

de 50plus blues

31 mei 2015
mijn dansschoenen

Gisteren moest ik

Eergisteren ‘moest’ ik naar een huwelijk.

Het was een sprookje (echt).

Zij 51. Hij bijna 65. Allebei eerder getrouwd geweest. Zij gescheiden. Hij weduwnaar. Beiden twee kinderen. Hij al opa.

Ze trouwden in de prachtige ambiance van een kasteeltuin. Ze waren zeer smaakvol gekleed. Niet in het wit gelukkig. Dat zouden maagdelijke bruidjes ook eens moeten proberen.

’s Avonds was het groot feest. Mijn lief en ik bleven tot in de vroege uurtjes van the day after.

Wat hebben we gedanst. Bijna de hele avond swingden, slowden, stijldansten en rock-en-rollden we erop los.

Ik op mijn favoriete redelijk hoog gehakte paarse lakschoenen. Hij op van die puntige exemplaren met een print van krokodillenleer.

Zweet druppelde vanuit mijn nek langs mijn ruggengraat. Mijn lief was nat tot op zijn onderbroek.

Eigenlijk geen zin

Ik had een heerlijke avond. Uiteindelijk.

Zoals zo vaak, had ik eigenlijk geen zin. Maar ja, het moet. Het eerste uur of zo beweeg ik me dan wat roestig tussen de tafeltjes en langs de bar, een (enigszins) onechte glimlach op de lippen. Zo voelt dat dan, van binnen. Ik weet niet of anderen dat zien. Echt, geen idee. Daar zou ik wel eens een enquete over willen houden.

Hoe minder mensen ik ken, hoe sterker dat ongemakkelijke gevoel is. Zeker op een feest.

Bij een diner ligt het anders, ook als ik mijn disgenoten niet of nauwelijks ken. Je moet blijven zitten waar je zit en bent als relatief kleine groep enkele uren tot elkaar veroordeeld. Converseren gaat dan haast vanzelf, zeker na een paar glaasjes wijn.

Bij zakelijke bijeenkomsten heb ik eigenlijk nooit last van schroom o.i.d. Ik ben niet verlegen en zeker geen type muurbloem. Prietpraat is niet mijn fort. Het is mijn passie om over ‚inhoud’ te praten. Ik voel me thuis op bijeenkomsten met collega’s uit mijn eigen vakgebied.

Op zo’n feest als gisteravond moet je je openstellen aan individuen van zeer diverse pluimage. Je moet vaak zelf het initiatief nemen om bij iemand of een groepje aan te sluiten. Zorgen dat je ertussen komt en meteen de juiste toon vinden. Dat kan nog een hele klus zijn en succes is niet verzekerd.

Het liefst kijk ik eerst de kat uit de boom. Dan stel ik me op als muurbloem, maar dat ben ik van nature dus niet en ik voel me daar niet senang bij.

Dansen

Voor mij is dansen dan een uitkomst. Zeker met mijn eigen partner. Hij kent me door en door. Weet dat ik me niet helemaal op mijn gemak voel. Weet dat dansen mij helpt om los te komen en los te gaan.

Zo ging het eergisteravond ook. Uren hebben we gedanst. Meestal samen, soms met iemand anders of in een groep. Tot aan de polonaise aan toe.

Op de dansvloer wordt ik frank en vrij. Na de eerste dansexercities lopen ook de contacten buiten de dansvloer een stuk gesmeerder.

Zwartgallige pop up screens

Dan ben ik dus lekker aan het dansen, dan heb ik het naar m’n zin, verschijnen er ineens van die pop up screens in mijn brein met van die zwartgallige gedachten.

Vergankelijkheidsgedachten. Vanitas. Heden ik, morgen ghij.

Ik bekijk het gezelschap. De meesten zijn de 60 al lang gepasseerd. Als kinderen van de zestiger jaren bewegen ze zich net als ik frank en vrij op de dansvloer. Een sterk gevoel van trots op die ‘oudjes’ komt in mij op. En ik gun het ‘ze’ zo van harte. Dat ‘ze’ dat nog kunnen. Wat zien ‘ze’ er nog goed uit. Wat bewegen ‘ze’ nog soepel.

Slechts in een flits durf ik „ze” door „ik” te vervangen.

Tegelijkertijd denk ik: „hoe lang nog?” en „zullen ze er allemaal nog bij zijn op het volgende feest”.

Dan kijk ik naar mijn lief. Wat is hij vrolijk. Hij heeft het reuze naar zijn zin. Het zijn zijn vrienden. Het is zijn kring. Hij voelt zich thuis.

Hij is 12 jaar ouder dan ik. Oergezond. Slank. „Mooie man” denk ik. „Viriel”.

En ja, dan steken diezelfde gedachten de kop op: „hoe lang nog?” en „staan we het volgende feest nog net zo vitaal te wezen op de dansvloer?”

The day after overheerst (god zij dank) het wat-was-het-een-leuke-avond-gevoel. Maar die vergankelijkheidsgedachten zijn niet helemaal verdwenen. Het maakt me melancholiek.

De weemoed maakt me weeïg (nee het is niet de drank, ik was de Bob).

Ik herken veel van vroeger. Hodie mihi, cras tibi (heden ik, morgen gij) maakte op mij als jong meisje een onuitwisbare indruk. Het ging erin als Gods woord in een ouderling.

Nu ik 50plus ben, komt het „heden gij, morgen ik” dichtbij, letterlijk en figuurlijk. Het krijgt een andere lading. Na de dood van weer een vriend(in) in mijn eigen leeftijdscategorie is het abstracte er wel vanaf.

Frank en vrij

De grote vraag is: wat moet ik in godsnaam met die gedachten en gevoelens? Ik probeer mezelf wijs te maken (echt wijs), dat ik een keuze heb. Blijf ik steken in verlammende weemoedigheid. Of gebruik ik die 50plus blues als krachtbron om blijmoedig te genieten van elke nieuwe dag.

Het is de kunst om elke dag te zien als een feest. Een feest waarin je je frank en vrij beweegt op de dansvloer van het leven.

 

Gedicht

the place to be
op feesten en partijen
keuvel ik
uiteindelijk
met iedereen

binnen in een stille diepte
verstomd het lachen
vergaan

het opwellende onderwerp
blijft steken
in een anekdote of dronkenmansgelal

in geroezemoes duik ik onder
verdwijn ik in the place to be
daar lokt het water

daar waar ik met opgetrokken knieën
zit in het raamkozijn