Dutch Design Week is een feestje voor 50plussers
In oktober ga ik als het even kan naar de Dutch Design Week in Eindhoven (DDW). Wat een feest is dat, elk jaar weer.
Het is in de loop der jaren wel drukker en commerciëler geworden. Het begon in 2002 met 20 deelnemers. Dit jaar was op bijna honderd locaties het werk van 2.500 designers te zien rondom het thema “What if….”. Het negendaagse event trok meer dan 275.000 bezoekers.
Met stip op nummer 1 staat voor mij de Graduation Show. En niet alleen voor mij. Het is dé publiekstrekker van de DDW. In de leslokalen van de Design Academy, de zgn. Witte Dame, is het afstudeerwerk van de leerlingen te zien. De studenten zelf zijn ook aanwezig. Ze lichten toe, leggen uit, beantwoorden vragen, discussiëren met de bezoekers en netwerken dat het een lust is.
Het was dit jaar voor het eerst dat een grote groep medebezoekers me soms het zicht belemmerde en ik in de rij moest staan om het tentoongestelde recht in de ogen te kunnen kijken. De drukte had ook effect op het enthousiasme en de bezieling van de studenten. Ik was er het laatste weekend en tegen die tijd hadden ze inmiddels honderden keren per dag ongeveer hetzelfde praatje afgedraaid en was elke denkbare vraag al langs gekomen. Op een enkeling na klonken de meesten vermoeid en enigszins mechanisch. Begrijpelijk, maar ik kon op een zeker moment het gevoel van teleurstelling niet onderdrukken.
Shit dacht ik, dat wil ik niet. Ik rechtte mijn schouders en schudde de ergernis van me af. Ik waande me alleen en dwars door de mensenmassa heen liet ik me als vanouds meevoeren op de verbeeldingskracht van de afstudeerders en voelde de aanmaak van endorfine, serotonine, dopamine en weet ik wat voor andere geluksstofjes omhoog schieten.
De Graduation Show toont een geweldige eruptie van creativiteit van authentieke doeners en autonome denkers uit alle uithoeken van de wereld. Van experimentele concepten tot vingeroefeningen in vorm op de vierkante centimeter. Van nieuwe vindingen, producten, productiemethoden, systemen, diensten, vormen en materialen die over een paar jaar vast en zeker toegepast zullen gaan worden in de industrie, die ons werk zullen veranderen, die invloed zullen hebben op ons alledaagse dagelijkse leven.
3d printen met beton, zelf je pil checken en indrukwekkende foto’s
Nog maar korte tijd geleden verdrong het DDW-publiek zich om een kleine kubus, waarin een van de eerste 3-d printers vaasjes produceerde van verschredderd plastic afvalmateriaal. Nu zag ik enorme 3-d printers die betonnen onderdelen van 13 meter lang en 6 meter hoog kunnen printen in alle denkbare vormen.
En wat te denken van de Pill Checker van Nick Jong. Het is een apparaatje met bijbehorende app, waarmee de hedendaagse feestganger (onze kinderen!) eenvoudig zelf xtc-pillen kunnen testen met hun smartphone. Wie weet wat wij als 50plus-pilslikkers daar nog voor baat bij gaan hebben? Misschien kunnen we over een tijdje goedkope op internet gekochte pillen controleren?
Of die foto’s die Alexander Popelier maakte voor het geëngageerde en actuele project In Limbo Embassy van Manon van Hoeckel. Die blijven een hele tijd op mijn netvlies staan. Niet in het minst, omdat de dekens zo herkenbaar zijn.
twee jonge vrouwen maakten indruk op dit 50plusmeisje
Ik raakte bijzonder onder de indruk van het werk van twee jonge vrouwen. Een Zuid-Koreaanse en een Vlaamse.
- Gates of Mourning
- Gate of Denial
- Gate of Anger
Als 50plusser word je helaas vaker geconfronteerd met de dood dan de generaties voor je. Met het wegvallen van rituelen die houvast bieden, is rouwverwerking tegenwoordig een hele kunst. Hoe mooi is het dan om te zien dat Eun-Hae-Kwon voor haar master in ‘Contextual Design’ nadacht over nieuwe rituelen voor rouw na verlies van een dierbare. Ze wil dat rouwen weer een plaats krijgt in de samenleving en niet wordt weggestopt in het privé-domein. Met Gates of Mourning ontwierp ze een nieuw architectonisch ‘rouw’model voor begraafplaatsen in de vorm van vijf poorten. De vijf poorten vertegenwoordigen de vijf fasen van rouwverwerking, zoals omschreven door Elisabeth Kübler-Ross: ontkenning, woede, onderhandelen, neerslachtigheid en uiteindelijk aanvaarding. Behalve uit het werk van de Zwitserse psychiater zal Eun-Hae-Kwon vast ook geput hebben uit de rijke oosterse tradities op het gebied van rouwverwerking. Het levert diepgang op, die me blij en hoopvol stemt.
In Embrace Melancholy zoekt de in Gent geboren concept-designer Nel Verbeke naar mogelijkheden om reflectie en melancholie hun rechtmatige plek terug te geven in onze altijd-blije-Facebook wereld. Ze ging te rade bij oude rituelen rondom verlies en verdriet. Het leverde haar “cum laude” op in de studierichting ‘Man and Leisure’. Terecht wat mij betreft.
een hond is handig voor een 50plusser
Praktisch en meteen toepasbaar is ‘Man’s Best Friend’ van de Vlaming Archibald Godts.
Man’s Best Friend is in dit geval de hond. Ongeveer één op de zeven Nederlanders, waaronder een groot aantal 50plussers, heeft een hond, dus de doelgroep is fors.
Nu is een hond sowieso goed voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid, lees ik op de site van Mens en Huisdier. Een hond helpt tegen eenzaamheid; houdt je in beweging; bevordert herstel na een hartaanval, etc. Archibald Godts voegt daar nog een dimensie aan toe, door het dier een van zijn oude functies terug te geven, nl. die van trek- en lastdier. Hij ontwierp een prachtige hondenkar, die ouderen mobiel houdt, een hondenrugtas om de boodschappen te vervoeren en een nekband met pillendoos. De hulpmiddelen zien er schitterend uit. Daarmee kan elke 50plusser voor de dag komen, zoals je op deze video kunt zien.
De onconventionele ideeën van de studenten van de Design Academy komen voort én dragen bij aan sociaal-maatschappelijke veranderingen. Ze creëren verschuivingen in de creatieve industrie, die ook ten goede komen aan het welzijn na je 50ste.
Of, zoals DDW-directeur Martijn Paulen het zegt:
‘Designers denken na over hoe we straks leven en samenleven. Zij durven alles te bevragen, te dromen van een ander antwoord en dat vorm te geven. Zo leggen ze de basis voor innovaties van de toekomst.’
Chapeau!